Guacamole

Guacamole (spreek uit: ‘hoe-wa-ka-mo-lee’) is een Mexicaans bijgerecht bestaande uit avocado’s, groene chilipeper, limoen en een hele riedel aan optionele ingrediënten, van fijngesnipperde ui tot erwtjes (in Amerika), van tomaatblokjes tot knoflook. 

Het gerecht vindt zijn oorsprong in het Mexico van lang geleden en betekent saus (mole) van avocado (guac) in het Azteekse dialect Nahuatl. 

Het wordt over de hele wereld gegeten als dip, saus of salade.

Geschiedenis

De Azteken zijn dus de uitvinders van deze groene, romige saus. 

Nog altijd wordt ‘ie gegeten zoals men dat in het jaar 1500 deed.
De avocado groeit al sinds 500 v. Chr. in Mexico en wordt sinds 1915 commercieel verbouwd in Amerika. Toen was de vraag naar de vrucht zo groot geworden dat Californische boeren op de trend insprongen en de eerste avocadobomen plantten.

Ook werd toen officieel besloten om de vrucht, die tot dan toe bekend stond als krokodillenpeer of, op zijn Spaans, ahuacate, om te dopen tot avocado.

Hoe maken?

Een goede guacamole begint met de juiste avocado, en dat is de Hass-avocado. Deze vrucht met een donkergroene, bobbelige schil wordt zwarter naarmate hij rijpt. De juiste mate van rijping is overigens ook cruciaal. Niet te hard, niet te zacht, is het devies. De avocado wordt bij voorkeur geplet in een Mexicaanse vijzel, molcajete genaamd. Dit is zo ongeveer het enige deel waarover guacamole-kenners het eens zijn. 

Verder is er niets dan onderlinge strijd over hoe het echt hoort. Wel of geen ui. Wel of geen tomaat. Wel of geen koriander. Wel of geen specerijen. Het gevolg van al deze onenigheid is dat er vele verschillende versies van guacamole bestaan, die allemaal de avocado in het zonnetje zetten.

Een manier om guacamole, zoals je die vaak ziet in Mexicaanse restaurants in ons land, te bereiden, is als volgt:
Witte ui, serranopepers of groene chilipepers en koriander worden met zout in de vijzel tot een pasta gewreven. Hier wordt het vruchtvlees van perfect rijpe avocado’s doorheen geplet. Er wordt niet te lang gevijzeld, want de avocado mag nog wat van zijn textuur behouden. Als laatste worden er kleine tomaatblokjes doorheen geschept, en eventueel wat limoensap – volgens sommigen onmisbaar, volgens anderen verboden – en gemalen komijn.